-
1 vestigen
1 [richten] direct, focus3 [gaan wonen] settle♦voorbeelden:ik heb mijn hoop op jou gevestigd • I'm putting (all) my hopes in you2 deze zaak is in 1860 gevestigd • this business was founded/established in 18603 zich ergens vestigen • establish oneself, settle somewhere, take up one's residence/abode somewherede maatschappij is in A. gevestigd • the company has its seat/ 〈 juridisch〉is domiciled in A.zich vestigen als aannemer • set up as/establish business as a contractor -
2 beklijven
v. take root, establish oneself, settle in, take hold -
3 zich installeren
v. establish oneself -
4 plaats
1 [punt/gebied op aarde/in de ruimte] place2 [plek op een oppervlak] place5 [juiste plek/ruimte] place6 [stad] town13 [landgoed] place in the country♦voorbeelden:plaats en datum • time and placede plaats van handeling • the scene of the actioneen plaatsje onder de zon • a place in the sunje kunt niet op twee plaatsen tegelijk zijn • one can't be in two places at oncede vaas stond niet op haar plaats • the vase was not in its usual placevan plaats veranderen • change one's place4 een grote/belangrijke plaats innemen (in/op) • occupy a major/an important place (in)zijn plaats afstaan voor • give one's place tois hier nog plaats? • 〈in trein/bioscoop enz.〉 is there a seat free?; 〈 op boot〉 is there a berth free?plaats maken (voor iemand) • make room (for someone)een plaats openlaten (voor) • keep a space (free) (for)zich een plaats veroveren als • establish oneself aszijn plaats niet weten • not know one's placezich ergens op z'n plaats voelen • feel one belongs somewhereop uw plaatsen! klaar, af • on your marks, get set, goiemand op z'n plaats zetten • put someone in his place; 〈 figuurlijk〉 take someone down a peg or two, put someone in his/her proper placeniet op zijn plaats zijn 〈van opmerking e.d.〉 • be out of place, be uncalled forneemt u a.u.b. plaats • please take your seatsiemand naar zijn plaats brengen • show someone to his placetot de laatste plaats bezet • filled to capacity〈 figuurlijk〉 op de eerste plaats komen • come first, take first place¶ voor iets/iemand in de plaats komen • take something/someone's place, replace something/someonein plaats van • instead ofstel je(zelf) in mijn plaats • put yourself in my place -
5 zich een plaats veroveren als
zich een plaats veroveren alsVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich een plaats veroveren als
-
6 zich ergens vestigen
zich ergens vestigenestablish oneself, settle somewhere, take up one's residence/abode somewhereVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich ergens vestigen
-
7 oprichten
2 [overeind zetten] raise (up), set up (right)♦voorbeelden:1 een onderneming oprichten • establish/start a companyII 〈wederkerend werkwoord; zich oprichten〉1 [zich verheffen] raise oneself (up) ⇒ 〈 opstaan〉 rise (to one's feet), 〈 opzitten〉 sit up, 〈 rechtstaan of zitten〉 straighten up♦voorbeelden: -
8 herstellen
♦voorbeelden:1 het dak/een jas herstellen • mend the roof/a jacket2 de vrede/de rust herstellen • restore peace/quiet3 een fout/een onrecht herstellen • correct a mistake, right a wrongde schade herstellen • repair the damagede Heer Blaak, herstel: Braak • Mr Blaak, correction: Braakin de ouderlijke macht herstellen • restore to parental power♦voorbeelden:ze is weer geheel hersteld • she has made a complete recoverysnel/goed herstellen van een ziekte • recover quickly/well from an illnessIII 〈wederkerend werkwoord; zich herstellen〉♦voorbeelden: -
9 opbouwen
1 build/set up♦voorbeelden:een nieuw bestaan opbouwen • build a new life (for oneself)het weefsel is uit cellen opgebouwd • the tissue is made up/composed of cells -
10 berusten
v. reside, consent, resign oneself; base, found, establish -
11 bewijzen
♦voorbeelden:iemands schuld bewijzen • prove someone guiltyeen stelling bewijzen • prove a propositionniet bewezen • unproved, unprovendit bewijst dat • this proves thatbewijs maar dat het niet zo is • prove the contrarydit bewijst toch afdoende dat hij bekwaam is • this is sufficient proof of his competenceiemand een slechte dienst bewijzen • do someone a bad turn/a disservice -
12 bij
bij1〈de〉————————bij21 [bij kennis] conscious2 [gelijk] up-to-date3 [van alles op de hoogte] up-to-date♦voorbeelden:2 de leerling is weer/nog niet bij met de lessen • the pupil has now caught up/is still behind in his lessonsbij zijn met betalen • be up-to-date with paymentsgoed bij zijn in een vak • be well up on a subjectII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:¶ om en bij • more or less, about————————bij3〈 voorzetsel〉1 [in de nabijheid van] near (to) ⇒ close (by/to)2 [met betrekking tot een raken aan/bereiken] at ⇒ to3 [met betrekking tot een niet verder gaan/een niet afwijken] to ⇒ with5 [met betrekking tot een aanwezigheid] at9 [voor, in tegenwoordigheid van] with ⇒ to10 [aan, met] by11 [gedurende, onder] by ⇒ at12 [gelijktijdig met] on ⇒ at13 [in geval van] in case of ⇒ if♦voorbeelden:bij het raam • close to/next to the windowbij het stadhuis • close to/near the town hallik woon hier vlak bij • I live nearby/close bybij zessen • almost six (o'clock)kan jij bij de hoogste plank? • can you reach the top shelf?er(gens) niet bij kunnen • 〈 figuurlijk〉 not understand/get somethingalles blijft bij het oude • everything stays the samehet er niet bij laten • not leave it at thatwe zullen het er maar bij laten • let's leave it at thater niet bij zijn • not be there/presenter(gens) gauw bij zijn • 〈 figuurlijk〉 respond quickly; 〈 met betrekking tot ziekte〉 catch (a disease) in time6 heb je iets bij de koffie? • do you have anything to go with the coffee?een kopje koffie is er tegenwoordig niet meer bij • you don't even get a cup of coffee these daysbij elkaar zijn het er 20 • there are 20 altogetherdat is bij de boeren zo de gewoonte • that is the custom with farmersbij de marine • in the navybij Vondel • in Vondelaltijd bij H. kopen • always shop at H'sgeen lucifers/geld bij zich hebben • have no matches/money on onebij hem kun je van alles verwachten • you can expect anything from himbij zichzelf (denken/zeggen) • (think/say) to oneselfiemand bij name kennen • know someone by namebij het ontbijt • at breakfastbij de derde poging • at the third attemptbij mooi weer • when/if the weather is nicebij een glas wijn iets bespreken • discuss something over a glass of wine13 bij ziekte/een sterfgeval • in case of illness/deathiets bij (de) wet bepalen • establish something by lawbij dezen • hereby16 wat is hij nu bij een dichter als Achterberg? • what is he in comparison to a poet like Achterberg?de kamer is 6 bij 5 • the room is 6 by 5¶ je bent er bij • gotcha! -
13 een reputatie opbouwen
een reputatie opbouwenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een reputatie opbouwen
-
14 instellen
4 [Algemeen Zuid-Nederlands] [eerste bod doen op] open the bidding for♦voorbeelden:een commissie instellen • set up a committeeeen traditie instellen • found a traditioneen vervolging tegen iemand instellen • bring an action against someonede tv is niet goed ingesteld • the TV needs re-tuning -
15 vastleggen
2 [met betrekking tot kapitaal] tie up♦voorbeelden:2 zich niet vastleggen op iets, zich nergens op vastleggen • refuse to commit oneself, leave one's options open; 〈 zich vrijblijvend opstellen〉 be non-committal3 iets schriftelijk vastleggen • put something down in writing, commit something to paperin de grondwet vastgelegd • laid down in the constitution
См. также в других словарях:
establish oneself — index lodge (reside), reside Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
establish oneself — create a stable condition for oneself, settle oneself (in a career, financially, etc.) … English contemporary dictionary
establish — es•tab•lish [[t]ɪˈstæb lɪʃ[/t]] v. t. 1) to bring into being on a firm or permanent basis; found; institute: to establish a university[/ex] 2) to install or settle in a position, place, business, etc.: to establish oneself in business[/ex] 3) to… … From formal English to slang
establish — /ɪ stæblɪʃ/ verb to set up or to open ● The company has established a branch in Australia. ● The business was established in Scotland in 1823. ● It is still a young company, having been established for only four years. ♦ to establish oneself in… … Dictionary of banking and finance
establish — /əsˈtæblɪʃ / (say uhs tablish) verb (t) 1. to set up on a firm or permanent basis; institute; found: to establish a government; to establish a business; to establish a university. 2. to settle or install in a position, business, etc.: to… …
dig oneself in — Establish oneself, dig out Find … A concise dictionary of English slang
set oneself up as — establish oneself in (a particular occupation) he set himself up as an attorney in St. Louis ■ claim to be or act like a specified kind of person (used to indicate skepticism as to someone s right or ability to do so) he set himself up as a… … Useful english dictionary
establish — v.tr. 1 set up or consolidate (a business, system, etc.) on a permanent basis. 2 (foll. by in) settle (a person or oneself) in some capacity. 3 (esp. as established adj.) achieve permanent acceptance for (a custom, belief, practice, institution,… … Useful english dictionary
dig oneself in — 1. To entrench oneself 2. To establish oneself in a position • • • Main Entry: ↑dig … Useful english dictionary
prove oneself — verb show one s ability or courage (Freq. 1) • Hypernyms: ↑prove, ↑demonstrate, ↑establish, ↑show, ↑shew • Verb Frames: Somebody s * * * DEMONSTRATE ONE S ABILITIES/QUALI … Useful english dictionary
square oneself with — {v. phr.} To apologize; re establish friendship with; make amends. * / Mr. Alien is very angry with you for leaving the firm, Bob said. It will take more than a few words and a drink to square yourself with him. / … Dictionary of American idioms